37. Sarria – Arzúa – 04.06.22 – 2570 km.
Kou, regen, spierpijn en dan zonneschijn.
Vanmorgen was het onder de bomen op de camping erg somber en donker en door de buurmannen werden er bomen omgezaagd in hun kleine tentjes. Rustig aan met opstaan want er komt weer regen naar beneden maar tegen negen uur toch op pad want het lijkt iets op te klaren. Het is meteen klimmen en dat valt vandaag nog niet mee met de stramme spieren. De kou en mistige regen bij Paradela helpen daarbij niet echt maar we moeten door om Santiago te bereiken.
Bij Portomarin is een stuwmeer en het is laag water zodat je nog resten ziet van de stenen pijler van de brug over de Mino uit 1120. Je rijdt om een rotonde waarover een replica staat van een middeleeuws brugdeel waar je onder door rijdt. Het oude Portomarin is onder de waterspiegel verdwenen maar de mooiste gebouwen werden steen voor steen afgebroken en hogerop weer opgebouwd. Bij Leboreiro gaat zowaar de zon schijnen en dan is het weer fijn fietsen want je voelt je meteen een stuk lekkerder. De dalende weg tot Melide is heel druk en ook op zaterdag rijdt er op de N547 nog het nodige vrachtverkeer maar gelukkig gaan ze wel ruim om je heen. Dan komt Melide in zicht en rijd ik het centrum is. Bij de dorpskerk van Melide zijn ze druk bezig met het aanbrengen van een mooie bloemenversiering, ik denk voor Pinksteren.
Het Office de Tourist is gelukkig open want ik moet nog een stempel in mijn pelgrimspaspoort hebben. Deze krijg ik nadat ik de nodige vragen heb beantwoord: welke nationaliteit, welke leeftijd, wanneer vertrokken en welke Camino je volgt. Het is een aardige man die wel Engels spreekt en dan is een praatje wel eventjes leuk. Naast het Office de Tourist van Melide is de San Antonio, een kleine pelgrimskapel uit 1671. De deur staat open en er branden de nodige kaarsjes. Ik voeg er eentje toe voor een behouden aankomst in Santiago de Compostella.
Het is lekker fietsen in Galicië want er zijn geen grote heuvels meer maar ze volgen elkaar wel voortdurend op. Langs de weg zie ik vaak een oude “Hórreos”. Het zijn stenen opslagschuurtjes op palen, zodat de voorraad afgeschermd is tegen knaagdieren. Het landschap doet hier lieflijker aan dan de cols uit de voorgaande dagen en het zonnetje doet daarbij nog een duit in het zakje. Daar waar het wandelpad van de Camino langs de fietsweg loopt zie ik ontzettend veel pelgrims en ook het aantal albergues is hier opvallend groot. Je kunt een zgn. Compostelaat, een officieel certificaat, in ontvangst nemen als je 100 km hebt gewandeld of 200 km hebt gefietst en zo te zien zijn er velen die daarvan gebruik maken waarbij vele Aziaten en Zuid-Amerikanen. In landen als Spanje en Portugal is het ook heel gewoon om dit op je cv te vermelden.
Langs de wegen staan er steeds meer eucalyptusbomen en ook zaterdags wordt er druk in het bos gewerkt en word ik door allerlei vrachtwagens gepasseerd, hoog opgeladen met gezaagde bomen. De bomen zijn ontzettend brandbaar en in 2006 werd Santiago bedreigt doordat dagenlange branden tot aan de stadsgrenzen kwamen. Als het vuur er is kan het ook razendsnel door de bomen gaan door alle oliën die erin zitten. Met alle regen van de afgelopen dagen zal dat nu niet gebeuren. Dan zie ik Arzúa liggen waar Basecamp Teir Boa is en Rene heeft de camper daar al staan. Gelukkig meldt hij waar de camping is want ook hier ontbreken verwijzingsbordjes en het weggetje achter een benzinestation zie je snel over het hoofd. Na 64 km (gemiddeld 13,5) valt het laatste dalletje nog behoorlijk tegen en moet ik van de fiets af, maar de nieuwe camping is dat best waard. Nu nog 45 km naar Santiago de Compostella. Bijna 5 jaar uitgekeken naar deze fietstocht en nu bijna 7 weken onderweg maar onvoorstelbaar dat dit nu ten einde loopt. Benieuwd wat Santiago morgen brengt. Terugkijkend is een mooi citaat: “De lantaarn van de pelgrim verlicht niet zijn hele pad maar slechts een stuk daarvan. Als hij de weg geheel zou overzien dan zou de moed hem in de schoenen zinken. Daarom wordt hem de weg stap voor stap getoond“. Het weer blijft instabiel en we horen zachtjes het onweer donderen maar in de camper hebben we gezellig de muziek aan en zingt Ramses Shaffy “We zullen doorgaan” en dat was wel het parool voor de afgelopen weken.
Morgen kun je de lantaarn opbergen. Doe René de groetjes, en genietbaar het wierookvat zwaaien. Ik hou van wierook.
Fijne Pinksterdagen
Heel veel succes en je mag trots zijn op je prestatie
Veel plezier.