25. Saint-Jean-Pied-de-Port – Espinal -19.05.22 – 1750 km.

Bergetappe: niet ver, wel hoog!

Met een knoop in mijn maag werd ik wakker om kwart voor zes want vandaag gaat het gebeuren, een echte bergetappe met de beklimming van de Ibañeta. Gisteravond mijn tassen nog eens kritisch nagekeken en alles eruit wat niet per se nodig is om zo licht mogelijk te fietsen. Na het onweer van gisteren is er een miezerige mist als ik om 7.15 uur vertrek van de camping. Het eerste stuk valt zat mee en vrij snel fiets ik met de brug La Nive d’Areguy over en ben in Spanje (en ja jongens, na het douchen is mijn onderbroek oranje, want die hadden ze meegegeven).

Dan gaat het toch echt los met de beklimmingen bij Valcarlos (Karelsdal). De legers van Karel de Grote verbleven hier op terugtocht na enkele veldslagen in Spanje met de Moren. Ridder Roeland zat in de achterhoede van de langgerekte colonne toen deze door de Basken werd aangevallen en verslagen bij de pas van Roncesvalles op 15 augustus 778. De Basken voelden zich toen bedreigt door de Franken en Moren. Het leverde het Roelandslied op. Oorspronkelijk het Franse chanson de Roland uit 1050, maar in de 13e eeuw vertaald in het Middelnederlands. In die tijd was het lied een tophit wat in verschillende talen werd bezongen. De naamdag komt ook uit de 13e eeuw: Saint Yves, die toen advocaat van de armen was en nu patroon van advocaten en juristen én beschermheilige van Bretagne. In Valcarlos kwam ik langs vele wandelende pelgrims maar zag ik ook Rene met de camper passeren.

Dan wordt het echt stevig klimmen naar boven in de laagste versnelling. Goed een cadans vinden en niet achter je adem komen. Pauzeren levert hele zere benen op als je weer start, dus doe je dat maar een keer. Daarna blijft het bij enkele korte adempauzes van een minuutje. Ik heb het geluk om de vriendinnen Ria en Anja uit Den Haag in de klim te treffen en dat stimuleert om door te gaan. Er is ook geen weg terug. Eindeloos lang trappen we omhoog. Anja dacht op 22 km dat we er bijna waren. Nou nog maar 5 kilometers te gaan en die zijn dan erg lang. Het is wel prettig dat de zon nog niet door de mist schijnt zodat we van warmte geen last hebben. En dan eindelijk, ineens zie ik na de bocht de kapel met het kruis opdoemen en word je onvergetelijk blij. Beetje jammer dat er ineens een keiharde bergwind waait waardoor ik bijna aan afstappen dacht op de laatste meters van de aankomst op de Ibañeta. Niet zeker geweten dat ik zover zou komen maar het is een feit en ik mag nu wel zeggen dat ik trots op mezelf ben.

Rene had met de camper de top natuurlijk al bereikt zodat er voor de dames koffie en thee klaarstond. Een luxe hoor als de wind om je heen giert. Door de wind was inmiddels de mist weggewaaid waardoor ik een prachtige foto kon maken van mijn fiets boven de wolken op de top. Boven op de berg dacht ik aan het prachtige Franse lied “La montagne” van Jean Ferrat, dat ik bij het ontbijt nog hoorde maar het is wel doorgaan om er te komen. Op de top is nog een klein monumentje ter nagedachtenis aan Roeland, de trouwe helper van Karel de Grote.

Naar beneden is het een fluitje van een cent en ik zoef zo Roncesvalles in, dat enkele kilometers verder ligt.  Het historische klooster popt zo op in de bossen. Al in de 12e eeuw werd er een hospitium opgericht door de bisschop van Pamplona en pelgrims mochten er 3 dagen verblijven. In de 17e eeuw werden er jaarlijks 25.000 maaltijden verstrekt. Geen wonder dat in de kerk hier een prachtig gouden Jacobskapelletje te vinden is. In het gerenoveerde klooster kun je nu een pelgrims-albergue vinden, die gerund wordt door Nederlandse vrijwilligers van het Genootschap van Sint Jacob. Al gauw zijn we in gesprek Gerard Zeegers, wiens broer Ton in Obdam woont. Ja de wereld is klein. Bijna gelijker tijd komen Rene en ik aan bij camping Urrobi in Espinal waar we een mooie plek met schaduw hebben terwijl er ook nog een top-toiletgebouw is. Vandaag geen lange afstand met 34 km maar wel een met een sterretje want door de hoogte deed ik er toch 3 ½ uur over om op de top van 1057 meter te komen met een gemiddelde snelheid van 11,3. Ik ben trots, nog maar 790 km te gaan.